Op elke goede factuur staat het: de betalingstermijn. De betalingstermijn is het aantal dagen waarbinnen de factuur betaald moet worden, vanaf de factuurdatum. Noemt je geen betalingstermijn op de factuur dan geldt bij Business-to-business (B2B) binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur.

Accoo biedt je de flexibiliteit zelf de betalingstermijn te kiezen, maar wat is nou goed voor jouw bedrijf?

Bij het bepalen van de betalingstermijn zijn de twee belangrijkste afwegingen: wat verwachten de klanten in jouw branche en wat kun je bieden zonder dat je betalingsproblemen krijgt?

Wat is gebruikelijk in de branche?
Door op de website van je belangrijkste concurrenten te kijken, krijgt je snel een idee van de gehanteerde termijnen. Vaak staat de betalingstermijn in de algemene voorwaarden.

Wees duidelijk naar klanten over de betaaltermijn en als je algemene voorwaarden hebt, neem de betalingstermijn daar in op. Zorg er in elk geval voor dat de betalingsvoorwaarden geen verrassing zijn voor de klant wanneer je de factuur verstuurt. Dit is extra belangrijk als jouw betalingstermijn afwijkt van wat in de branche gebruikelijk is.

Maatwerk
Verschillende klanten kunnen om verschillende voorwaarden vragen. Houd wel altijd rekening met je eigen financiële situatie. Er zijn een paar redenen waarom je een langere betaaltermijn zou kunnen afspreken:

• Een klant koopt iets wat hij niet direct kan betalen, maar wel gespreid over een periode. Je zou een langere betaaltermijn kunnen afspreken, omdat de klant anders naar een concurrent kan gaan.

• Je hebt geen keuze en de klant heeft zijn eigen betaaltermijn. Als je niet akkoord gaat, verliest je deze klant.

Wat kun je je klanten bieden
Snel betaald worden, en dus een korte betalingstermijn, is goed voor de cashflow.

Bij het afspreken van de betaaltermijn, speelt je eigen financiële situatie een belangrijke rol. Welke facturen moet je zelf nog betalen en wanneer is de uiterste betaaldatum?

Snel betalen belonen?
Snel betalen kunt je stimuleren. De twee meest gebruikte manieren zijn:
• Betalingskorting. Je geeft de klant een kleine (extra) korting als er bijvoorbeeld direct wordt betaald. Deze extra betalingskorting staat gewoon op de verkoopfactuur.
Bedenk wel dat deze korting de winst verlaagt. Het is dus de vraag hoe veel het je waard is dat klanten snel betalen.

• Kredietbeperking. Je telt een klein percentage (bijvoorbeeld 1%) bij de factuur op. Dit bedrag mag een klant van de factuur aftrekken als hij op tijd betaald. Het is dus een soort boete bij later betalen en kan daardoor negatief worden ervaren.